Bommen, mijnen, beschietingen langs de kust
(Nog niet een compleet overzicht.)
Beschietingen door vliegtuigen:
Op 17 oktober 1942 vindt een luchtaanval plaats in Ferwerderadiel. Er is materiele schade maar er zijn geen gewonden of slachtoffers. Meer is hierover niet bekend. Deze dagen zijn in Friesland meerdere treinen en stations beschoten, het station van Holwerd is ook beschoten waarbij 1 gewonde gevallen is. Op 21 oktober 1942 is het spoor bij Marrum aangevallen en verderop bij de Tonnebrêge bij Holwerd een bietenschip beschoten bij de loswal.
Soms hadden luchtgevechten in de lucht ook gevolgen op de grond. In Wierum raakte Romke Beintema gewond aan zijn been door rondvliegende kogels. Die veroorzaakten ook schade aan huizen van Pieter Akkerman en slager Jan de Graaf.
Vrachtschipper van der Woude.
Op 9 februari 1945 is het vrachtschip van Bouwe van der Woude beschoten in de Jislummer vaart door geallieerde jagers. Die middag hebben ongeveer 70 Engelse Spitfires en Mustang jagers van Fighter Command, die het escorteren van Amerikaanse bommenwerpers als taak hadden, onderweg gelegenheidsdoelen aangevallen en melden onder andere een aanval op een schip van 50 ton in de omgeving van Leeuwarden. Het kan zijn dat dit het schip van Van der Woude was, hij had zijn schip tussen Jislum en de Bolle Holle gelegd om inbeslagname te voorkomen. Zijn schip, de Nooitgedagt, was een steilsteven vrachtschip van 36 ton. Het schip was groen geverfd en die dag waren de zeilen gehesen om te drogen.
Rond 15:00 uur kwamen 4 jagers die rond cirkelden en daarna het schip met mitrailleurs beschoten. De schipper raakte dodelijk gewond en zijn 16 jarige hulp Keimpe Struiksma overleefde de aanval. Bouwe van der Woude is begraven in Burdaard.
Van diezelfde datum is ook een melding van een beschieting van spoorwagons. Mogelijk was dat in Hallum. Op een middag zijn daar een aantal wagons bij het station beschoten. Uitschakelen van transportmiddelen was een doel bij dergelijke aanvallen door vliegtuigen.
Tegen het einde van de oorlog kwamen dergelijke beschietingen door geallieerden steeds vaker voor. In Ferwert zijn ook wagons met bieten of aardappels beschoten waarbij de smurrie overal verspreid lag. Hierbij werd ook de boerderij van Boersma geraakt, er waren geen slachtoffers of gewonden.
Bij de pier van Holwerd zijn ook enkele malen schepen beschoten. Tegen het einde van de oorlog is er nog een melding van het beschieten van wagons bij Holwerd. Dat was op bijvoorbeeld op 12 april 1945 toen wagons door Spitfires werden beschoten bij Holwerd. Op 13 april 1945 is een aardappeltrein bij de Horneweg beschoten door de Binnenlandse Strijdkrachten.
In Blije is vlak voor de bevrijding een kolenwagon beschoten. De KP heeft de kolen bewaakt zodat de Duitsers er niet mee van door gingen.
Bommen:
Regelmatig vielen er in de gemeente bommen. Meestal waren dat bommen die bij nood door geallieerde bommenwerpers afgeworpen zijn.
Op het buitendijkse gebied van het Noorderleeg werden ook mijnen en bommen gevonden. De polhoeder schrijft daarover in zijn dagboek, op 14 juni 1940 meldt hij het aanspoelen van een vliegtuigbom. op De polhoeder van het Noorderleeg heeft gemeld dat op 22 oktober 1941 drie bommen, op de kwelders enkele kilometers ten oosten van de bunker neergekomen en ontploft zijn.
Op 5 oktober 1940 werd in Westdongeradeel een blindganger, (niet ontplofte bom), gevonden. Als een vliegtuig in de lucht werd aangevallen losten ze soms de bommen om beter te kunnen ontsnappen. Mogelijk is een van deze bommen later gevonden door enkele jongens uit Nes waarbij deze jongens omkwamen. Dit verhaal is te vinden op de pagina over de Stelling Heidelberg bij Nes. In 1959 werd nog een vliegtuigbom gevonden en opgeruimd bij de zeedijk bij Nes.
Op 29 oktober 1940 kwam een bom neer bij Nes er werden huizen ontruimd maar er werd geen schade aangericht.
Op 22 november 1940 kwamen bommen terecht op bouwland rond Ternaard en Hantum. De schade beleef beperkt tot glasschade en gaten in de grond. Een paar dagen later zijn enkele van de bommen opgeruimd.
In maart 1941 werden brandbommen gevonden in het buitengebied van Oostdongeradeel.
Op 26 en 28 juli 1942 zijn een aanzienlijk aantal brandbommen in de buurt van Hallum neergekomen. Hierbij ontstond materiële schade maar ook een paard kwam om en een koe raakte gewond.
In een stuk weiland aan de Noordermiedweg moet volgens verhalen nog een blindganger in de grond zitten.
In 1974 is een bom gevonden in de bagger na het baggeren van de Hallumerhoekstervaart. Eind jaren 70 zijn ter plaatse van een gedempte van een sloot in de buurt van de Doniaweg ook enkele bommen gevonden. De sloot was gedempt met bagger uit de Hallumervaart.
De 21e oktober 1942 is een serie bommen gevallen bij in de buurt van het spoorMarrum, bij Westernijkerk. Er ontstond aanzienlijke schade aan huizen, schuren en grote kraters in landerijen. Van kassen van de proeftuin van de tuinbouwvereniging werden 180 ruiten gebroken. De bommen zijn afgeworpen door 2 Mustang vliegtuigen. De achieven van de tramspoorlijn (NFLS) geven een beschieting aan op 21 oktober en het bombardement op 17 november 1942 waarbij gemeld wordt dat er geen schade aan de het spoor of de gebouwen veroorzaakt is.
Er zijn ook bronnen over bommen op de spoorlijn bij Marrum in november 1942.
28 januari 1944 werden 5 lege benzinetanks gevonden in de gemeente. Deze werden gebruikt door jachtvliegtuigen bij het escorteren van bommenwerpers. De normale tanks hadden niet genoeg capaciteit en daarom werden afwerpbare tanks gebruikt om verder mee te kunnen vliegen.
In 1944 zijn op 23 mei 135 brandbommen neergekomen. Het gebeurde rond twee uur ’s nachts. Eén van de bommen raakte het dak van de arbeiderswoning van Klaas Bosch. De schade was echter beperkt tot een gat in het dak, een kapotte goot, brandschade en kapotte ruiten. Hij kreeg ook geen schadevergoeding omdat de schade niet groot was en al gerepareerd was. De bommen hadden ook geen grote schade veroorzaakt. Dit bleef beperkt tot gaten van 30 cm diep. De bommen zijn door Bosch en zijn arbeiders uitgegraven op een aanhanger naar het gemeentehuis gebracht.
Mijnen:
Gedurende de oorlog was het buitendijks gebied verboden terrein. Op 30 oktober 1940 werd het buitendijks gebied door de burgemeester verboden verklaard. Er werd illegaal wel gevist en hout gezocht want brandhout was schaars. Zo werd ook de voorraad palen die bestemd was voor de landaanwinningswerken steeds kleiner. Toen de burgemeester (NSB’er) dat in de gaten kregen werden ze door de overheid verkocht. De aanleg van de landaanwinningswerken ging in de oorlog door. Ook in Holwerd zijn verhalen bekend over het verdwijnen van hout voor de landaanwinningswerken.
Ook werden steeds meer bomen gekapt zodat het landschap steeds kaler werd.
Ook spoelden er regelmatig mijnen aan die op zee werden gedropt door geallieerden en Duitsers. Met storm als het water hoog kwam spoelden er mijnen aan. Er zijn twee meldingen van mijnen die aangespoeld zijn bij Blija. Op 30 maart en 1 april 1940 zijn deze aangespoeld op de zeedijk. Deze werden ‘opgeruimd’ door de Marinedienst. Zo zijn er op 24 augustus 1940 vijf Britse mijnen tot ontploffing gebracht die op de zeedijk waren aangespoeld. Binnen de gemeente Ferwerderadiel zijn in augustus 7 mijnen gevonden.
Bij het sluisje aan de westkant van het Noorderleeg is in de oorlog, op 13 november 1941 een zeemijn tot ontploffing gebracht. Er moesten naderhand nieuwe palen aangebracht worden.
Op 2 april 1943 is een zeemijn aangespoeld aan de Armendijk bij Blije. Op 8 april 1943 is een zeemijn gevonden op het wad onder Ferwert. Door de politie werd dit gemeld aan de Duitsers en er werden waarschuwingsborden geplaatst.
De volgende melding is van 19 juni dat er een mijn op het wad is aangespoeld en de gebruikelijke maatregelen genomen zijn.
Op 5 februari 1944 zijn na een storm 6 mijnen aangespoeld en twee onbekende voorwerpen die waarschijnlijk door mijnenvegers werden gebruikt.
Op 22 februari 1944 zijn door onvoorzichtigheid 2 personen uit Britsum omgekomen bij een ontploffing van een zeemijn bij de zeedijk onder Ferwert. Hun namen zijn Tjeerd en Sierk Roorda, 34 en 24 jaar oud.
Naast mijnen waren er ook hulzen die van granaten van schepen afkomstig waren iets wat regelmatig aanspoelde. Soms voorzien van een waterdichte koker.
Na de bevrijding bleven er nog mijnen aanspoelen zoals bij Ferwert op 7 juni 1945.
Mijnongeluk bij de Alddyk bij Paesens
Het monument.
Op 10 september 1945 zijn acht mensen omgekomen bij een ongeluk bij het opruimen van een zeemijn. Dit gebeurde buitendijks ter hoogte van de zomerdijk in de buurt van de Hoek van de Band. In 2015 is een monument onthuld. Zie bijgaande foto's.
Het paneel bij de zeedijk.
Er zijn ook andere zaken te melden, er kwamen soms luchtballonnen neer in de Waddenzee. Op 5 oktober 1940 is een melding dat en bij Moddergat een sperrbalon gevonden is op het Wad. In 30 juli 1941 gebeurde iets dergelijks bij Wierum.
Engelsmanplaat.